In onze eerdere blogpost over traffic bronnen legden wij uit welke trafficbronnen er zijn en hoe je ze goed verwerkt in Google Analytics. Vandaag is het tijd voor de tweede stap: Kanalen.
Google voegt trafficbronnen samen tot ‘kanaalgroepen’. In dit blog leggen wij uit hoe dit werkt en hoe je zelf de kanalen in verschillende rapporten aan kan passen.
1. STANDAARD KANAALGROEPEN
Een kanaal is niet hetzelfde als een trafficbron. Het is een verzameling van verschillende bronnen die onder de noemer van een bepaald(e) kanaal(definitie) vallen. Kanaal is dus een extra variabele die is afgeleid van bron-medium. Standaard hanteert Google Analytics de onderstaande kanalen, die vrijwel identiek zijn aan het medium – uitgezonderd direct.
Betaald verkeer wordt opgesplitst in waar het vandaan komt. Zo valt bijvoorbeeld contenttargeting in het Google Display Netwerk onder ‘Display’. Alles wat niet te classificeren is valt onder ‘Other’.
2. CUSTOM KANAALGROEPEN
Betaald verkeer wordt opgesplitst in waar het vandaan komt. Zo valt bijvoorbeeld contenttargeting in het Google Display Netwerk onder ‘Display’. Alles wat niet te classificeren is valt onder ‘Other’.
Verder kun je voor paid search een reeks branded keywords opgeven, waardoor je paid search opgesplitst wordt in branded en non-branded.
Tips:
- Het is met name handig om dit voor je belangrijkste extra kanalen te doen (bijvoorbeeld emailingen, affiliates, structurele marketingacties, communicatie etc.), aangezien dit veel tijd bespaart.
- Kanaalgegevens zijn pas geïntroduceerd op 25 juli 2013, de variabele met ‘standaard kanaalgroepering’ gaat dus maximaal terug tot deze datum.
- Wanneer je een kanaal aanpast, verandert dit niet bron/medium/campaign. Echter, je verandert de samenstelling van het kanaal niet met terugwerkende kracht (vergelijkbaar met conversies).
- Deze wijzigingen gelden alleen voor jouw account en voor de dataweergave waar je het aanmaakt, pas wanneer deze ‘gepromoot’ wordt geldt het voor alle gebruikers. Handig hierbij is om een kopie te maken van de ‘default’ en pas in de kopie je eigen kanalen te definiëren. Dit voorkomt dat je structureel andere kanalen/data ziet dan andere mensen.
3. KANALEN IN MULTICHANNEL RAPPORTEN
De multichannel rapportages in Google Analytics staan volledig op zichzelf en hebben zelfs een eigen API. In de context van kanalen zijn hier wat extra mogelijkheden. De custom kanalen die je zelf definieert in dit rapport werken namelijk anders dan de kanalen in de andere rapporten. Net als kanaalgroepen kun je zelf een kanaal definiëren op basis van een aantal voorwaarden. Alleen hier wordt het als label meegegeven (een soort segment). Deze regel bepaalt welke verkeersbronnen in het kanaal worden opgenomen.
De verschillen met de standaard rapporten zijn:
- Kanalen kunnen met terugwerkende kracht worden aangepast
- Data wordt niet vastgelegd in een variabele die je voor andere rapporten kan gebruiken
- Settings zijn persoonlijk, je moet deze dus delen met anderen (net als segmenten)
- Geen codes vereist
Wij adviseren om zaken in de MCF-rapporten te testen, want;
- Wijzigingen zijn niet permanent.
- Wijzigingen zijn standaard persoonlijk.
- Gevolgen voor attributie kunnen invloed hebben op andere partijen.
Tip: werk van gedetailleerde naar brede definities! Kanaalgroepen werken als een filter met een hiërarchie, oftewel als je aan de definitie van kanaal 1 voldoet, maar ook aan die van kanaal 5 wordt je aan kanaal 1 toegevoegd.
Kort samengevat:
Google Analytics vertaalt referrer-string naar bron/medium/campaign combinaties, waarbij custom tagging voorrang krijgt. Vervolgens wordt source-medium o.b.v. een voorwaarde in een extra variabele weggeschreven; standaard kanaalgroepering.
Deze voorwaarden kun je naar wens aanpassen om een eigen draai te geven aan je kanalen.
Neem contact op met Daan!